Hoeve, reeds aangegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) en Atlas der Buurtwegen (1843); toen bestaande uit slechts twee volumes.

Losse, lage bestanddelen onder zadeldaken (mechanische pannen), gegroepeerd rondom een geasfalteerd erf met centraal een begraasd grasperk, bereikbaar ten oosten via erfoprit; afgezoomd door jonge boomaanplantingen.

Ten zuiden van het erf, boerenhuis met gevelsteen 1908 boven laadvenster, aanleunende bij het langestrekte type van zeven traveeën + stalvleugel; druiplijst. Centraal dakvenster met uitgewerkt windbord en jaarsteen. Getoogde vensters onder latei van lichtere baksteen. Verankerde zijgevels.

Stalvleugel en schuur, respectievelijk ten westen en ten noorden, gekenmerkt door de typerende overstekende bedaking rustend op houten modillons; laadvenster met windbord, teruggaand op de regionale hoevebouw. Recentere, enigszins afgezonderde tabaksast ten noorden. Aanzienlijke recente uitbreidingen met varkensstallen ten zuiden en ten noorden.