Voormalige "dokterswoning Dewanckel", met op enige afstand het koetshuis. Laag ommuurde villa uit de jaren 1920, ter vervanging van een verwoest neoclassicistisch herenhuis. Vrijstaand dubbelhuis van drie traveeën + één travee, licht verhoogde begane grond en respectievelijk twee en één bouwlagen onder schild- (nok parallel aan de straat, mechanische pannen) en mansardedak (kunstleien, gebogen dakvenster); kroonlijst op consoles. Gele baksteenbouw, met gebruik van arduin onder meer voor sokkel, schouderstukken, druiplijsten en balkon, en van witte sierbaksteen voor muurbanden; ronde sierankers. Linker risaliet uitlopend op halsgevel, met op de begane grond driezijdige erker onder bekronend balkon met ijzersmeedwerk. Korfboogvensters en oculus in het gevelveld. Vleugeldeur onder druiplijst op geprofileerde consoles.

Voormalig koetshuis (nummer 38) en conciërgewoning van twee traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), dakvenster in halsgevel. Kroonlijst op consoles. Rode baksteenbouw op gecementeerde plint. Gevelgeleding door middel van lisenen, panelen met overhoeks metselwerk en rechte baksteenfries. Rechts breed venster in plaats van koetspoort; achthoekig dakvenster. In de tuin van nummer 40 resten funderingen van vroegere paardenstallen.