Blijkens de Atlas der Buurtwegen (1842) grosso modo op het vooroorlogse grondplan heropgebouwde hoeve, momenteel in renovatie als woon- en kantoorruimte, teruggaand op de regionale hoevebouw, zie:
Opstelling: losse, lage bestanddelen rond een onverhard erf; door nieuwbouw nu een meer gesloten karakter; boerenhuis (nok parallel aan de straat), stalling (nok loodrecht op boerenhuis) en dwarsschuur (nok loodrecht op boerenhuis) respectievelijk ten westen, noorden en zuiden; erftoegang ten oosten via gietijzeren hek.
Aanplanting: ligusterhaag, recente bloemperken op het erf; materialen: verankerde baksteenbouw; pannen (mechanische) zadeldaken, onder meer afgewolfd; rechts van het boerenhuis, nieuwe kantoren met rode plankenbeschieting.
Streekeigen bouwelementen: tuitgevels met vlechtingen voor zijgevels en dakvensters; (overhoekse) steunberen bij schuur en stalling; rechthoekige muuropeningen echter onder betonnen latei en boogveld; korfboogpoorten en lichtgleuven bij schuur.
Indeling: dubbelhuis van drie traveeën + rechts twee vooruitspringende traveeën, uitlopend op tuitgevel onder haakse bedaking, dichtgemaakte centrale deur.