Historische hoeve, zogenaamd "De lange scheure", van 1923 naar ontwerp van G. De Cooman (Evergem). Blijkens de Atlas der Buurtwegen (1842) op grosso modo identiek grondplan wederopgebouwd, echter met weglating van gebouw aan de straatkant. Teruggaand op de regionale hoevebouw, zie:
Opstelling: losse, lage bestanddelen rond een deels verhard, driehoekig erf; stallingen en woonhuis (in hoek van 130 graden, nok loodrecht op straat) ten noorden, dwarsschuur ten oosten (nok loodrecht op boerenhuis) en van het erf verwijderd in weide ten zuiden, twee kleine bijgebouwen (nok parallel aan de straat), jaartal 1923 in het dakvlak van het voorste gebouwtje.
Aanplanting: boomgaard ten zuiden tussen hoofd- en bijgebouwen; materialen: verankerde donkere baksteenbouw op gecementeerde plint; meestal licht gebogen, pannen (mechanische) zadeldaken; troggewelven op gietijzeren I-profielen in de stalling.
Streekeigen bouwelementen: getoogde en rechthoekige muuropeningen, kruis-, klooster- en bolkozijnen echter onder lateien van simili-steen en getoogde ontlastingsboogjes in het boerenhuis; overkragende dakstoelen; Marianisje en klimmende dakvensters bij boerenhuis; houten laadvenster in puntgevel bij stalling.
Indeling: dubbelhuis van vijf traveeën met centraal driezijdige deurerker; stalling van zeven traveeën; lange, dubbele dwarsschuur van tien traveeën (zie naamgeving van deze hoeve).
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 10250.