Verlaten, achterin gelegen boerderij, bereikbaar via landweg aan de Gentsestraat. Hoeve van 1920 naar ontwerp van architect E. Apers (Roeselare), blijkens de Atlas der Buurtwegen (1842) grosso modo op het vooroorlogse grondplan heropgebouwd. In de tweede helft van de 18de eeuw nog omwalde site, zie aanduiding op Ferrariskaart (1770-1778). Teruggaand op de regionale hoevebouw, zie:
Opstelling: losse, lage bestanddelen rondom een onverhard erf; boerenhuis (nok parallel aan de straat) met aansluitende stalvleugel, dwarsschuur- en stalvleugel (nok loodrecht op boerenhuis), en bakhuis (nok loodrecht op boerenhuis) respectievelijk ten noorden, westen en oosten.
Aanplanting: drenkplaatsen ten noorden; op het erf voor het woonhuis twee notelaars, vaalt tussen betonplaten; ingangshek tussen postamenten beschaduwd door knotlinden.
Materialen: verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint; simili voor lateien; mechanische pannen voor (afgewolfde) zadeldaken.
Streekeigen bouwelementen: overstekende dakranden op schoorstukken; puntgevels met aandaken en vlechtingen; steunberen onder meer bij boerenhuis; getoogde en rechthoekige vensters, laatst genoemde onder latei of strek, onder meer houten bolkozijnen met kleine roedeverdeling; rondboogdeuren, bij het boerenhuis onder luifel met lessenaarsdakje; vlakke betonnen zoldering bij stallingen.
Indeling: boerenhuis van vijf traveeën met links aansluitende L-vormige stalvleugel, smal linker- en breed rechter risaliet onder puntgevel; dwarsschuur onder zadeldak met rechts aanpalende stal onder afgewolfd zadeldak.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 10188.