Zogenaamd "Kasteelhoeve". Wederopbouw van 1920-1921, naar ontwerp van van A. Latte (Kortrijk). Blijkens de Atlas der Buurtwegen (1842) lag de vroegere kasteelhoeve, zetel van de voormalige heerlijkheid Moorslede, meer ten noorden in een omwalde site aan de huidige Kasteelhofstraat, (zonder zichtbare resten); die kasteelhoeve resulteerde van de omvorming circa 1700 van het vermoedelijk in 1617 herbouwde kasteel. Vooroorlogse prentbriefkaarten geven grosso modo hetzelfde beeld van het " 's heerenhuis" als Sanderus' Flandria Illustrata (1641); wel was in 1914 de omwalling reeds gedempt.

Wederopbouw met sterk regionalistische inslag, zie opstelling: losse, lage bestanddelen rond een deels gekasseid, nu tot tuin omgevormd erf; boerenhuis (nok parallel aan de straat) aan de straatkant, dwarsschuur (nok loodrecht op boerenhuis) en stallingen (nok loodrecht op boerenhuis) respectievelijk ten zuiden, oosten en westen.

Materialen: verankerde, lichtrode baksteenbouw, boerenhuis op plint van arduin; natuurstenen lateien, aanzet- en sluitstenen; poorten onder gietijzeren lateien met rozetvormige bevestigingsbouten; troggewelven op ijzeren I-balken bij schuur; pannen (mechanische) zadel- en schilddaken.

Streekeigen bouwelementen: overstekende dakranden op houten daklijstbalkjes; tuitgevels met aandak en vlechtingen voor risalieten van het boerenhuis met bekronend gebogen fronton; dakvensters in klokgevel bij huis; rechthoekige, getoogde en rondbogige muuropeningen.

Indeling: dubbelhuis van negen traveeën onder schilddak, zijdaken bekroond door schoudergevels met schoorsteentravee; dwarsschuur van vijf traveeën + vijf diensttraveeën onder zadeldak, drie schuurpoorten en twee kelderdeuren; rechter travee vroeger 'zwijnsstallen' en 'keuken der dienstboden', zie bouwplannen nu verbouwd tot duivenlokaal, aanbouw onder lessenaarsdak vroeger 'hennekot' met erachter bakhuis waarvan oven en schoorsteen zijn afgebroken; stallingen van zestien traveeën onder zadeldak.