Wederopbouwhoeve van het langgestrekte type, naar verluidt van 1922. Echter vrijstaande nutsgebouwtjes. Bereikbaar via landweg (nok loodrecht op de straat), gietijzeren toegangshek. Refererend aan de regionale hoevebouw, zie:
Opstelling en indeling: ten oosten van de landweg, lage, langgestrekte hoeve onder zadeldak (nok parallel aan de weg) bestaande uit boerenhuis van drie traveeën + negen staltraveeën + aanpalend wagenhuis onder (verdwenen) lessenaarsdak; links en rechts drie traveeën vormen dwarse volumes, links met extra bouwlaag, rechts doorlopend als dwarsschuur; ten zuidwesten van de landweg, ast van betonplaten (naar verluidt van 1942); ten noordwesten van de landweg, stallingen van voor de Eerste Wereldoorlog, vijf traveeën onder zadeldak (nok parallel aan de weg).
Materialen: verankerde, rode baksteenbouw op gecementeerde plint; pannen (mechanische) zadeldaken, bij linker dwars volume en wagenhuis overstekende rand op houten korbelen.
Streekeigen bouwelementen: dwarse volumes voorzien van steunberen; boerenhuis onder puntgevel met aandak en vlechtingen; rechthoekige muuropeningen onder betonnen latei en rondboogdeuren onder druiplijst; bij wagenhuis korfbogige muuropeningen op bakstenen onderdorpel.