Achterin gelegen boerderij, bereikbaar via landweg. Wederopbouw teruggaand op de regionale hoevebouw, zie:
Opstelling: losse, lage bestanddelen rondom een deels verhard erf; boerenhuis, schuur, stallingen en ast respectievelijk ten noorden, oosten, zuiden en zuidwesten; erfoprit ten westen.
Aanplanting: hoeve omgeven door wilgen en Canadese populieren; materialen: verankerde rode baksteenbouw; zadeldaken (mechanische pannen).
Streekeigen bouwelementen: tuitgevels met aandaken en vlechtingen; rechthoekige muuropeningen, echter onder betonnen latei en gecementeerd verdiept boogveld, bakstenen onderdorpels; in het boerenhuis, korfboogdeur onder oculus; korfbogige schuurpoorten en lichtgleuven; overhoekse steunberen voor de ast.
Indeling: boerenhuis van vijf traveeën + links en rechts, aanleunende gebouwtjes onder zadel- en lessenaarsdaken; dubbele dwarsschuur van vier traveeën + rechts, afdak op postamenten onder lessenaarsdak; stalling van elf traveeën; vierkante ast van twee bouwlagen onder recenter (?) tentdak.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol; De Mol, Annick Claire
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)