Zogenaamd "Levrouwhoeve", ten oosten van de kerk. Historische hoeve aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (1844), toen met een meer gesloten bebouwing. Losse, lage bestanddelen rondom een begrint erf; uitzicht uit de tweede helft van de 19de eeuw. Verankerde bakstenen gebouwen onder licht gebogen zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen); deels witgeschilderde muren boven gepikte plinten. Behouden bakstenen en natuurstenen stoepen. Ten zuiden, met betonplaten ommuurde moestuin. Ten westen, erftoegang via gietijzeren hek.
Ten zuiden van het erf, boerenhuis van 1876, zie jaarsteen; drie staltraveeën + zes traveeën (nok loodrecht op straat). Rechter zijgevel afgewerkt met vlechtingen. Gevelgeleding door middel van kordonlijst. Beluikte en getoogde muuropeningen.
Ten westen, aan de straat palende stalling van acht traveeën + twee recentere traveeën voor wagenhuis (nok loodrecht op boerenhuis). Linker zijgevel afgewerkt met vlechtingen en afgeboord door middel van windbord. Getoogde en rechthoekige muuropeningen.
Ten oosten, dwarsschuur van zes traveeën (nok loodrecht op boerenhuis), overkragende dakstoel afgelijnd door middel van windborden. Gepikte plint met hoekstenen van Atrechtse zandsteen. In de rechter zijgevel sporen van oudere schuur, zie bouwnaden en vlechtingen. Gevelgeleding door middel van lisenen en steunberen. Dichtgemetseld wagenhuis en schuurpoort onder gietijzeren I-profielen, getoogde deuren en laadluik. Ten oosten, rechts van de schuur, varkensstal van zes traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op boerenhuis, golfplaten). Jaarsteen 1908. Getoogde en rechthoekige muuropeningen. Voederluiken met metalen schuifsysteem.
Ten oosten, van het erf verwijderd, ast uit de jaren 1940 of 1950; twee bouwlaag onder laag zadeldak. Baksteen en betonstenen.