Heropgebouwde hoeve, op de plaats van op de Atlas der Buurtwegen (1844) aangeduide hoeve. Teruggaand op de regionale hoevebouw, zie:

Opstelling: losse, lage bestanddelen rondom een begrint erf; boerenhuis en stal- en dwarsschuurvleugel respectievelijk ten oosten en ten zuiden; ten noordoosten, van het erf verwijderd, ast; erftoegang ten westen via gietijzeren hek.

Materialen: verankerde, donkerrode baksteenbouw; pannen (mechanische) zadeldaken.

Streekeigen bouwelementen: zijgevels met aandaken hier afgedekt door middel van pannen of betonplaten; boerenhuis met rechthoekige muuropeningen onder gietijzeren latei en korfbogige ontlastingsbogen, boogvelden witgeschilderd en met schijnvoegen gecementeerd; bij stal- en schuurvleugel getoogde en rechthoekige muuropeningen.

Indeling: boerenhuis van twee opkamertraveeën + vijf traveeën; lange stal- en schuurvleugel met wagenhuis.