Enkelhuis met drie en een halve bouwlaag en twee ongelijke traveeën onder zadeldak, op een gevelsteen gedateerd "ANNO / 1901". Voorgevel met sterke art nouveau-inslag, bezet met witte geglazuurde bakstenen boven een hardstenen plint met getraliede keldervensters. Vrij speelse en asymmetrische gevelordonnantie met afwisseling in de muuropeningen (steekboog, rondboog of rechthoeken) en materialen (hardsteen, ijzer, geglazuurde stenen); mooie rondboogdeur met rijke hardstenen omlijsting en rond bovenlicht met ijzertracering. Geaccentueerde bovenverdieping met loggia met bloempanelen, typisch ijzerwerk en bekronend balkon. Een sterk overkragende kroonlijst met driehoekig fronton op ijzeren consoles, verbonden door een staaf en verrijkt met art-nouveaubloemmotieven zoals muurankers, lijnt de gevel af.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)