Breed empire-getint gebouw dat heden de kantoren van het provinciebestuur bevat. Einde 19de eeuw gebouwd naast de woning van de gouverneur.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel van zeven traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (pannen) gemarkeerd door een middenrisaliet van een bredere travee. Begane grond met arduinen plint en imitatiebanden, uitstralend boven de beluikte rondboogvensters; puilijst en rechthoekige bovenvensters voorzien van lekdrempels. Middenrisaliet voorzien van een arduinen rondboogdeur met breed holrond beloop op imposten, vlakke sluitsteen en bekronende druiplijst op horizontale aanzet, blijkbaar naar patroon uit tweede helft 18de eeuw of deels herbruikt materiaal. Rondboogvormig deurvenster met ijzeren hek; geprofileerde booglijst op imposten steunend op twee vierkante pilasters met vrouwenhoofdje en geflankeerd door kortere zijlichten. Eenvoudig drielicht op de lagere hoogste verdieping afgelijnd door sober hoofdgestel met kroonlijst op klossen.