Eclectisch breedhuis van vijf traveeën en vier bouwlagen onder sterk hellend zadeldak (leien), gedateerd 1903 op gevelsteen en naar ontwerp van architect J. Semey (confer opschrift). Bakstenen lijstgevel met neomiddeleeuwse elementen; daklijst met spitsbogenfries boven middentravee onderbroken voor een trapgevel met opgaande rondbogenfries en geflankeerd door pinakels met obeliskbekroning. Gelijkvloerse verdieping behandeld als soort van hal met brede schouderboogvormige muuropeningen. Drielichten van entresol en derde bouwlaag gevat in rondboog en gemarkeerd door sokkels met borstbeelden van van links naar rechts Pieter Van Den Bossche, Jan Yoens, Frans Ackerman, Thomas Van Vaernewyck. Middentravee ingeschreven in spitsboognis, begrensd door vlakke kolossale pilasters en verdeeld door gebundelde zuil met beeld van legendarische "Man van Gent". Versierde muurankers. Zijtraveeën bekroond door een dakkapel met tuitgevel of puntgevel met overhoekse pinakel. Verticalisme van traveeën gebroken door horizontaal werkende elementen als borstweringen, waterlijsten en tussendorpels.