Voormalig "Huis van Saceghem", thans Koninklijk Atheneum West. Herenhuis uit de tweede helft van de 18de eeuw op U-vormig plattegrond, genaamd naar het Gentse geslacht van Saceghem dat het huis in 1773 vernieuwde en sindsdien lange tijd bewoonde. Oorspronkelijk huis met L-vormige plattegrond, eigendom van Franciscus Baut, schoonvader van Josephus-Bernardus van Saceghem die in 1773 twee bouwaanvragen indiende (volgens archiefstukken): een voor het optrekken van een nieuwe voorgevel waarbij het grootste gedeelte van de reeds bestaande gebouwen behouden bleven, en een voor een gebouw met koetspoort aan de straatkant en waartegen de stallingen haaks werden opgetrokken.
Rechterhelft van de huidige voorgevel: bepleisterde en witgeschilderde Lodewijk XVI-lijstgevel van zeven traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (pannen), van 1773. Uitspringende middenrisaliet van drie traveeën gemarkeerd door geblokte banden op begane grond, vlakke kolossale pilasters met geprofileerde basis en Corinthisch kapiteel op de bovenverdieping en bekronend driehoekig fronton. Rechthoekige vensters, op bovenverdieping met geprofileerde omlijstingen. Verdiepte borstweringen van de tweede bouwlaag versierd met geajoureerde panelen bestaande uit door ringen verbonden ovalen. Borstwering bovenste verdieping versierd met opgehangen festoenen tussen Lodewijk XVI-consoles die lekdrempel van bovenvensters dragen; in het middenrisaliet nog aangevuld met strikken en laurierkransen. Gevelbekroning door middel van hoofdgestel met gelede architraaf, onversierde fries en kroonlijst, fronton met oculus en typisch Lodewijk XVI-festoenversiering.
Linkerhelft van de huidige voorgevel: bepleisterde en witgeschilderde Lodewijk XVI-lijstgevel van vier traveeën en twee bouwlagen met zadeldak (kunstleien) van 1773. Rechthoekige vensters met platte omlijsting met oren. Rijk versierde koetspoort in de vierde travee: rondboogpoort gevat in rechthoekige geprofileerde omlijsting op neuten met uitgespaarde bovenhoeken; gegroefde sluitsteen waarrond opgehangen bladfestoenen; gestrekte kroonlijst op Lodewijk XVI-consoles met rozetten, lintfestoenen en drupstenen, gestrekte tussendorpel en bovenlicht met eenvoudige waaiervulling uit de 19de eeuw. Eenvoudig hoofdgestel als gevelbekroning.
Verwaarloosde, begraasde en beboomde rechthoekige binnentuin waarrond de gebouwen langs drie zijden geschikt zijn. Oudste gebouwen, in L-vorm, onder zadeldak (pannen) en schilddak (kunstleien), daterend uit de 18de eeuw; witgeschilderde bakstenen lijstgevels van twee bouwlagen, voorzien van rechthoekige vensters met roedeverdeling. Stallingen en koetshuis haaks op linkerhelft van de voorgevel, uit de tweede helft van de 18de eeuw, omgevormd tot autoboxen.
Mobilair: ingang en peristylium in het eerste kwart van de 19de eeuw in empirestijl ingericht door T.J.A. van Saceghem: empiretrap met trappaal in vorm van sfinx; salon met empireschoorsteenmantel; salon behangen met beschilderd papier met chinoiserieën.
Stadsarchief Gent, Oud Archief, reeks 535, bundel 60, nummer 33.
VAN SEVEREN G. 1969: Een Gentse Patriciërswoning uit de achttiende eeuw. Het Huis Saceghem. La maison d'hier et d'aujourd'hui, 42-50.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Tuin en oranjerie
Ommuurde stadstuin zonder bewaarde erfgoedelementen. Het pand werd in het begin van de 19de eeuw door de toenmalige eigenaar, Thadee Van Saceghem (1786-1852), heringericht in empirestijl. De eigenaar liet terzelfdertijd in de tuin een orangerie bouwen, vermoedelijk naar ontwerp van de toenmalige stadsarchitect Jean-Baptiste Pisson. Na verkoop van de woning in 1974 werd de woning tot stedelijke muziekacademie omgevormd. Daarbij werd de orangerie verbouwd. Heden bakstenen gebouw van vier traveeën met later toegevoegde verdieping en deels dicht gemetste rondboogopeningen.
De grote botanische interesse van de toenmalige eigenaar blijkt ook uit de verkoopakte van de woning in 1852. Bij de boedelbeschrijving werden fruitbomen, struiken en exotische planten genoteerd. In de rijke boekencollectie bevonden zich verschillende boeken en tijdschriften over tuinaanleg en plantkunde. Daarnaast zaten in de collectie 43 gekleurde bloementekeningen van de hand van J. De Cauwer. Mogelijk stond zijn persoonlijke plantencollectie model voor deze tekeningen. Van Saceghem was tevens lid van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw en Plantkunde en nam bijna jaarlijks deel aan de plantententoonstellingen.
Naast deze stedelijke residentie bezat de familie Van Saceghem het Goed ten Oudenvoorde in Evergem als zomerhuis.