Beluik uit eerste kwart 19de eeuw, met oudere kern. Toegang onder poort, gekasseide koer met gemeenschappelijke kraan, w.c. en urinoir.
Huizen van twee bouwlagen (met verschillende hoogten) onder zadeldaken (Vlaamse pannen); alle huizen zijn gewit, met gepikte plint.
Aan linkerzijde (nummer 33-35): twee enkelhuizen met muuropeningen onder steekboog, beluikt op gelijkvloers; één kamer per verdieping en blinde achtergevel.
Achteraan (nummer 37, 37A-B): oorspronkelijk dubbelhuis (linkertravee toegebouwd door nummer 35), met rechthoekige muuropeningen (vroegere kruisvensters) en sporen van geprofileerde zandstenen omlijstingen; Lodewijk XV-plafonds op gelijkvloerse verdieping.
Aan rechterzijde (nummer 39, 39A-B): een deur geeft toegang tot minimum drie woningen, waarvan twee uitziend op het beluik: de deur en twee linkertraveeën zitten onder hetzelfde zadeldak; rechts van deur, twee traveeën met hoger gestoken verdieping en keldering (dit deel behoorde vroeger mogelijk bij nummer 41, aan straatzijde, en bezit op de eerste bouwlaag resten van een Lodewijk XV-plafond en balken op zandstenen consoles). Een derde woning komt achter in de op de voordeur uitziende gang uit, en bezit een gevel (4 traveeën, met dakkapel en hijsbalk boven de tweede travee) tegen een andere binnenkoer. Deze laatste is ook via de gang vanuit nummer 39 bereikbaar, en bevat tevens een achterliggend werkhuis, dat eveneens een uitgang bezit in een insprong achteraan het beluik (tussen de nummers 37 en 39): originele constructie, waarbij de voorgevel bijna volledig door venster ingenomen wordt, en de noodzakelijke muurdelen vervangen zijn door geringde gietijzeren zuilen.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)