Teksten van Gildehuis Den Enghel

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/24755

Gildehuis Den Enghel ()

Het voormalig gildehuis Den Enghel is een meerlagig middeleeuws pand opgetrokken uit Doornikse kalksteen met een constructiemethode (opus incertum, segmentbogen) en vormentaal (decoratieve kapitelen) eigen aan de 13de eeuw.

Het pand werd voor het eerst vermeld in 1373. Van 1435 tot 1540 diende het pand als neringhuis van de brouwers. In 1912 werd een nieuwe voorgevel naar ontwerp van Amand Janssens opgetrokken. Hij inspireerde zich daarbij op de gevel van het voormalige Metselaarshuis aan de Cataloniëstraat.

Het Steen is een rechthoekige constructie met een lengte van 18 meter en een breedte van 8,5 meter. Zowel de onderste bouwlaag als een deel van de tweede bouwlaag bleven bewaard. Het gebouw is haaks op de Graslei gelegen en wordt aan de noordzijde gescheiden van het buurpand door een nauwe gang (brandstraat?). De huidige toegang tot de onderste bouwlaag, aan de zuidkant van de gevel, is afgewerkt met mooi gesculpteerde kraagstenen (gezicht tussen bladeren). Mogelijk was er ook aan de noordzijde een toegang. In de half ondergrondse ruimte bleef een zuil met bladkapiteel bewaard. Die draagt twee segmentbogen die de langsmuren met elkaar verbinden. De achtergevel werd in een latere (?) fase met baksteen in een gotische vormgeving gebouwd. Oorspronkelijk was de bouwlaag met een houten zoldering overdekt. Het middeleeuwse huis dat even hoog was als het huidige pand behoorde tot de kleinere Stenen in de stad die kenmerkend waren voor de Korenmarkt en Graslei. De Doornikse steen wordt opgevolgd door middeleeuwse baksteen op hogere verdiepingen tot in de nok. De vele bouwsporen in de achtergevel getuigen van de rijke bouwgeschiedenis van het pand. De bakstenen achterpuntgevel heeft twee rondboogvensters en een rechthoekig zoldervenster in de top. Links werd een aanbouw opgetrokken. Het is een lijstgevel van één travee en drie bouwlagen met een zadeldak. De bolkozijnen bovenvensters zijn met witstenen negblokken afgewerkt. De gevel heeft naast waterlijsten, horizontale platbanden en een daklijst tevens een rechthoekig deurtje met witstenen latei en ontlastingsboog.

De gevel bestaat uit vijf traveeën en drie bouwlagen opgetrokken uit zandsteen. De kelderverdieping heeft rechthoekige vensters en bolkozijnen, de kelderdeur heeft een latei op imposten. De eerste en tweede bouwlaag hebben kruiskozijnen en op de bovenverdieping en geveltop bolkozijnen. Doorlopende halfzuilen, waterlijsten en laatgotische nissen, traceerwerk en sculpturen ritmeren de gevel. De muuropeningen van de verhoogde begane grond hebben wigvormige ontlastingsbogen en vlakke borstweringen erboven, oversneden door een waterlijst. De derde bouwlaag wordt geaccentueerd door twee keer twee nissen met heiligenbeelden. Tussen hen in het wapenschild met opschrift ‘het moet wel’ en in de topgevel het wapenschild van Gent en Vlaanderen en een engel met een banderol waarop ‘Den Enghel’. De trappen van de gevel zijn deels vervangen door kwartcirkels eindigend op een kruisbloemachtige krul en bekroond met uitgerokken fialen die aanzetten op bladkapitelen en penantzuilen. De recht afgewerkte deur boven een acht treden tellende trap heeft een tussendorpel steunend op geprofileerde consoles en een bolkozijn als bovenlicht.

Het pand behield zeer goed zijn interne structuur met moer- en kinderbalken op consoles en standvinken, dakgebinte. De historische vloeren werden vernieuwd. De historische wenteltrap is nog steeds in goede staat en in gebruik. De houten delen van de trap dateren uit de 18de eeuw. Het middeleeuwse pand bleef in zijn eenvoudige structuur uitzonderlijk goed bewaard. De schouwmantels dateren uit de 19de of 20ste eeuw.

  • DE POTTER F. 1882-1901: Gent, van den oudsten tijd tot heden - Geschiedkundige beschrijving der stad door Frans De Potter - tweede deel, Gent.
  • LALEMAN M.-C. & RAVESCHOT P. 1991: Inleiding tot de studie van de woonhuizen in Gent Periode 1100-1300 De kelders, Verhandelingen van de Koninklijke maatschappij voor Wetenschap, Letteren en Schone Kunsten van België 54, Brussel.
  • LALEMAN M.-C. & CHARLES L. 1991: Middeleeuws Manhattan, Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002325, Middeleeuwse stenen.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2009: Gildehuis Den Enghel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/178841 (geraadpleegd op ).


Den Enghel ()

Voormalig gildehuis van de metselaars, ook zogenaamd "Den Enghel". In 1912 gereconstrueerde gevel, steunend op oude afbeeldingen van het voormalig gildehuis van de metselaars in de Cataloniëstraat, opgetrokken op de kelderverdieping van het huis zogenaamd "Den Enghel" op de Graslei: het oorspronkelijk metselaarshuis bevond zich namelijk op de hoek van de Sint-Niklaasstraat en de Cataloniëstraat en was daar in 1527 opgetrokken naar ontwerp van architect Christoffel van den Berghe. In 1852 echter werd de gevel van het gildehuis van de metselaars gesloopt en vervangen door de 19de-eeuwse lijstgevel van het hotel zogenaamd "De Graaf van Egmont". Begin 20ste eeuw besloot men, om de Graslei te verfraaien, de historische gevel te reconstrueren met nieuwe zandsteen op de plaats van het huis zogenaamd "Den Enghel". Enkelhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen (oorspronkelijk slechts twee bouwlagen, bij reconstructie één bouwlaag toegevoegd), met zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Trapgevel volledig opgetrokken uit zandsteen en zeer belangrijk voorbeeld van de Brabantse gotiek in Gent, gekenmerkt door skeletstructuur, de rijke versiering en typische behandeling van geveltop. Plint en kelderverdieping van Doornikse kalksteen, overblijfsel van oud huis "Den Enghel" uit de 14de eeuw; overwelfde kelder op zuilen. Rechthoekig keldervenster en bolkozijn, kelderdeur met latei op imposten. Gekoppelde rechthoekige vensters, op eerste en tweede bouwlaag kruiskozijnen, op bovenste verdieping en in geveltop bolkozijnen. Doorlopende sierlijke halfzuilen en waterlijsten ter hoogte van vensterdorpels delen borstwering van bovenverdieping in rechthoekige panelen versierd met laat-gotische nissen, traceerwerk en sculpturen. Muuropeningen van verhoogde begane grond met wigvormig ontlastingssysteem en vlakke borstwering erboven oversneden door waterlijst. Borstwering derde bouwlaag: in tweemaal twee nissen patroonheiligen van steenhouwers en metselaars of vier gekroonden met attributen voorgesteld, namelijk Severinus, Victorinus, Carpophorus en Severianus; middenwapenschild met devies "Het meet wel". Op geveltop: wapenschilden van Gent en Vlaanderen en midden geknielde engel met banderol waarop oude huisnaam "Den Enghel". Trappen van geveltop gedeeltelijk vervangen door kwartcirkels eindigend op kruisbloemachtige krul, en bekroond met uitgerokken fialen die aanzetten op fijn bladwerkkapitelen van penantzuilen. Rechthoekige deur met gestrekte tussendorpel op geprofileerde consoles en bolkozijn als bovenlicht; rechte steektrap van acht trappen met ijzeren leuningen.

Achtergevel: bakstenen puntgevel waarvan top doorbroken met twee rondboogvensters en rechthoekig zolderluik. Linker zijgevel van één travee met getrapt dakvenster. Aanbouw links van voorgevel: achteruitspringende bakstenen lijstgevel van één travee en drie bouwlagen met zadeldak (leien); bolkozijnen bovenvensters met witstenen negblokken en wigvormig ontlastingssysteem; rechthoekig deurtje met latei en ontlastingsboog. Waterlijsten, horizontale platte banden en daklijst.

  • DE CAVELE J. 1972: De "vier gekroonden" te Gent, Toerisme in Oost-Vlaanderen, Gent, 5-8.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1976: Gildehuis Den Enghel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/24755 (geraadpleegd op ).