Herenhuis met bepleisterde voorgevel op hardstenen plint van vijf traveeën en drie bouwlagen; volgens de bouwaanvraag daterend van 1776. Een licht vooruitspringend middenrisaliet van drie traveeën loopt uit op een driehoekig fronton, versierd met oculus en guirlande. Rechthoekige vensters afwisselend vlak en geprofileerd omlijst. Vooral de borstwering boven de tweede bouwlaag is rijk voorzien van Lodewijk XVI-motieven, namelijk alternerend festoenen in casementen en opengewerkte fries met kroonlijst op consoles. De rondboogdeur hoort tot typisch Lodewijk XVI-model: een holrond beloop ingeschreven in een rechthoekige omlijsting met bloemen in de zwikken en een festoen als sluitsteen; de puilijst loops hier over in een geprofileerde kroonlijst. De kroonlijst van het gekornist hoofdgestel vertoont een tandlijst. Bijbouw van twee traveeën rechts van de gevel, springt licht achteruit, daterend uit dezelfde periode: zelfde kenmerken. Overwelfde kelder.