Bepleisterd breedhuis met drie traveeën, twee bouwlagen en een pseudo-mansardedak (mechanische en Vlaamse pannen). Verankerde voorgevel van 1764 (1) met gekoppelde rechthoekige vensters met sponningbeloop. De voluutconsoles zijn vermoedelijk een overblijfsel van de overkragende verdieping van een oudere constructie. Rechthoekige deur met smeedijzeren waaier in het bovenlicht is een wijziging uit 1788 (2). Het dakvenster is afgezet met geblokte, hol geprofileerde hoekbanden en een bekronend driehoekig fronton. Overwelfde kelder.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)