Classicistische gevel volgens bouwaanvraag van 1775; vier traveeën en vier bouwlagen met driehoekig fronton en een plat dak. In het begin van de 20ste eeuw toegevoegde bovenste verdieping. Bepleisterde en groengeschilderde gevel. De rechthoekige vensters verkleinen per verdieping en zijn gevat in een geprofileerde omlijsting, die op de tweede bouwlaag verrijkt zijn met oren waaraan festoenen hangen, en die op de bovenste verdieping gedragen worden door consoles. Verdiepte borstweringen van derde bouwlaag zijn versierd met guirlandes. Arduinen Lodewijk XVI-deur: geprofileerd rondboogvormig beloop met imposten en hoge neuten; rozetversiering op sleutel en in de zwikken, gemarkeerd met gestrekte kroonlijst. Het licht vooruitspringend middenstuk van het hoofdgestel wordt door typische Lodewijk XVI-consoles gedragen. Bekronend driehoekig fronton met classicistische oculus. Oudere kern aangegeven door de romaanse kelders.