Thans gebouwen behorend bij het Klooster der zwarte zusters. Van links naar rechts:
Sedert 1833 zijgevel van het klooster. Oorspronkelijk Lodewijk-XVI-huis van zes traveeën, een bouwlaag afgedekt met een pseudo-mansardedak (leien) met twee dakkapellen; 1729 gedateerd. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel op arduinen plint. Rechthoekige vensters met rolluikkasten en lekdrempels. De twee vooruitspringende middeltraveeën zijn bekroond met een driehoekig fronton opengewerkt met een oculus. Volgens de bouwaanvraag bevond zich hier echter een rondboogdeur geflankeerd door een rechthoekig venster.
Ernaast vroeger rijhuis van twee traveeën, twee bouwlagen en schilddak (pannen) bepleisterde voorgevel. Rechthoekige vensters op de verdieping gevat in een geprofileerde omlijsting.
Rechts ervan oorspronkelijk rijhuis van zeven traveeën, drie bouwlagen en schilddak (pannen). Bepleisterde voorgevel uit eerste helft 19de eeuw met imitatiebanden onder de puilijst. Rechthoekige vensters gevat in een geprofileerde omlijsting en op de bovenste verdieping voorzien van lekdrempels op consoles.
Zijingang van het klooster. Volgens de bouwaanvraag daterend van 1723 en aangepast in 1780. Nogmaals aangepast na de aankoop door het klooster. Breedhuis van drie traveeën en een bouwlaag onder een zadeldak (kunstleien). Geaccentueerde en vooruitspringende deurpartij bekroond met driehoekig fronton rustend op twee fraaie consoles waarin vrouwenhoofdjes verwerkt zijn. Rondboogdeur met klein kwarthol beloop op imposten rustend op rocococonsoles. Tegen de daklijst aan weerszijden van de deur, rechthoekige vensters gevat in platte banden die horizontaal en verticaal doorlopen en panelen vormen in de borstwering.
Neogotische kapel opgetrokken in 1873 naar ontwerp van architect A. Van Assche. Eenbeukige bakstenen gebouw onder een zadeldak (mechanische pannen). Blinde zijgevels afgezet met muizentand. Puntgevel met schouderstukken uitziend op de straat. Spitsboogvenster met maaswerk, geflankeerd door bogenfries van spitsbogen met driepas en bekroond met met muizentand. Puntgevel met schouderstukken uitziend op de straat. een driehoekige oculus; ingeschreven in een grotere spitsboog met driepas. Drie traveeën brede zijgevels met spitsboogvensters.
In de tuin gelegen zeventiende-eeuws gebouwtje: bak- en zandsteenbouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen).
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)