Teksten van Herenhuis met bijgebouwen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/24981

Herenhuis met bijgebouwen ()

Het herenhuis, in de 19de eeuw dokterswoning van professor Jozef Guislain, werd in 1903 uitgebreid met drie traveeën in dezelfde stijl door architect E. Van Hoecke-Peeters.

Historiek

In 1955 kocht de rederijkerskamer Mariakring Mariën Theeren het herenhuis Ingelandgat 29. De Mariakring Mariën Theeren is ontstaan door samenvoeging van de rederijkerskamer Mariën Theeren, opgericht in 1478, en de Mariakring, opgericht in 1858. Samengevoegd hadden de twee groeperingen tot doel de Mariaviering en door zang, dans, toneel en het opluisteren van kerkelijke diensten, culturele ontspanning te brengen voor het grote publiek.

De geschiedenis van het betreffende huis gaat zeker terug tot de 18de eeuw. Op de plaats van het huidige herenhuis stonden toen twee woningen. In het tweede of derde kwart van de 19de eeuw werd vermoedelijk één woonhuis aangepast of wederopgebouwd, namelijk het linkergedeelte (de eerste vier traveeën) van de huidige woning. De huidige gevel van zeven traveeën breed kwam pas tot stand in 1903 toen de toenmalige eigenaar, ere-notaris C. Van de Weyer, de drie linkertraveeën liet bijbouwen in dezelfde stijl als de bestaande woning ernaast. De geveluitbreiding werd uitgevoerd onder leiding van architect E. van Hoecke-Peeters. Tevens werd ook het belendende pand in de Wilderoosstraat bebouwd.

Naar verluidt was het oudste, linkergedeelte van het huidige herenhuis, woonhuis van professor dokter Jozef Guislain (1797-1860), één der voorlopers van de moderne psychiatrie. Professor Guislain was één der eersten in ons land die de krankzinnigheid voorstelde als een ziekte die kon genezen worden. Hij was onder meer medewerker voor het opstellen van de wet van 1850 die de behandeling van krankzinnigen aan nieuwe, meer wetenschappelijke en meer humane voorschriften onderwierp. In Gent bleef zijn naam vooral verbonden aan de thans nog bestaande en naar hem genoemde psychiatrische inrichting, die in samenwerking met stadsarchitect A. Pauli en volgens de richtlijnen van professor Guislain zelf werd ontworpen. Professor Guislain werd in 1857 de eerste bestuurder van het 'gesticht'. Een bronzen gedenkplaat, geschonken in 1960 bij het honderdjarig overlijden van professor Guislain door S. Evrard, herinnert met volgende tekst aan de vroegere bewoner: "Hier woonde I Prof. Dr. Jozef Guislain I Weldoener der Geestezieken (1797-1860)". Na het overlijden van professor dokter J. Guislain in 1860, kwam het huis in bezit van notaris P. Dellaert, die het rond 1875 verkocht aan notaris C. Van de Weyer.

Beschrijving

Het herenhuis heeft een bepleisterde en geschilderde lijstgevel van zeven traveeën en drie bouwlagen met een schilddak (pannen). De lijstgevel wordt gemarkeerd door de horizontaliserende werking van de hardstenen sokkel, de afgevlakte bossage op de begane grond, de geschilderde puilijst, de kordonband met palmettenfries in stuc en het rijk uitgewerkte entablement met kroonlijst. De rechthoekige vensters van de begane grond en de eerste bovenverdieping zijn omlijst met geprofileerd stucwerk. De vensters van de bel-etage hebben een fraai houten ornament op de kruising van de middenstijl en de tussendorpel. Een fijne ijzeren leuning versiert de vensters van de derde bouwlaag. De borstwering tussen de begane grond en de bel-etage is versierd met geschilderde arduinen balusters. Een mooi uitgewerkte eiken vleugeldeur met een prachtig gesculpteerde naald waarin een 'Oosters' beeldje verwerkt is, trekt de aandacht. Het venster ernaast is verbouwd tot voordeur. De gevelbekroning is rijk versierd met stucwerk, namelijk cartouches en bokkenkoppen tussen de modillons waarop de kroonlijst rust. De modillons (vijftien in totaal) zijn in het oudste gedeelte van hout zijn en in het jongere gedeelte van stuc.

De achtergevel van het herenhuis is evenals de aansluitende achtergevel van het aanbouwsel, Wilderoosstraat, voorzien van een gevelbekleding van witgeglazuurde steentjes met wijnrode banden en twee opvallende tegeltableaus met kleurrijke bloemstukken in de blinde vensters van de linkertravee. Ook tussen de consoles van het hoofdgestel zijn bloemrijke tegeltableaus aangebracht.

De bijgebouwen, een koetshuis en een aanbouwsel gelegen Wilderoosstraat zonder nummer, zien uit op een geplaveide binnenplaats en zijn opgetrokken uit bak- en hardsteen in een eclectische stijl. Parallel met het woonhuis bevindt zich een koetshuis in een kleurrijke decoratieve baksteenstijl met een getoogd venster, een centrale poort en een deur en afgedekt met een mansardedak met oeil de boeufs en een centrale dakkapel. Het bijgebouw, ingeplant haaks op het woonhuis, heeft een eenvoudige bakstenen gevel in de Wilderoosstraat, en is gebouwd naar een ontwerp van architect E . Van Hoecke- Peeters in 1903. De tuingevel heeft dezelfde gevelbekleding en ornamentatie als de achtergevel van het hoofdgebouw. Het centrale uitbouwsel, een soort veranda, werd verwijderd.

Interieur

Het huis bewaart twee fraaie kamers in het bijgebouw uitziend op de Wilderoosstraat. De zogenaamde Cooremanzaal is voorzien van een mooi parket, een marmeren schouw met een met eik bekleedde schouwboezem in neorococostijl en een opmerkelijke plafondschildering met in de vier hoeken de geschilderde portretten in medaillons van Bach, Beethoven, Rossini en Mozart en centraal een hemel met putti. De zogenaamde Bestuurskamer is volledig ingericht in neogotische stijl met onder meer wandschildering, vensters met glas in lood en rolluikkasten in neogotische stijl, een mooi beschilderd cassettenplafond en een fraaie schouw in dezelfde stijl versierd met een banderol waarop de spreuk "Rust Roest" en een beschilderde schouwboezem met de vermelding "Leeft gij Vreugdig/ Vreugden gaan/ Leeft gij Deugdig/ Deugden staan".


Bron: Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO001069, Huis met binnenplaats.
Auteurs:  Lanclus, Kathleen; Van den Bossche, Hedwig
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis met bijgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/177009 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Burgerhuis (voormalig woonhuis van Dokter Guislain, 1797-1860) met 19de-eeuwse lijstgevel van zeven traveeën, drie bouwlagen en schilddak (pannen). Bepleisterde en beschilderde voorgevel op hardstenen sokkel. Afgevlakte bossage op de begane grond, horizontaliserende werking van de puilijst, kordonband en kroonlijst. Rechthoekige vensters met geprofileerde stucomlijsting op de tweede en gietijzeren leuning op de derde bouwlaag. Borstwering versierd met balusters en een fries met stucornamenten. Mooi uitgewerkte rechthoekige vleugeldeur met een prachtig gesculpteerde makelaar waarin een Oosters beeldje verwerkt is; één van de benedenvensters is verbouwd tot voordeur. Rijke stucversiering in de gevelbekroning namelijk ramskoppen tussen de modillons waarop de kroonlijst rust.

Achterhuizen in neotraditionele stijl opgetrokken uit bak- en hardsteen.

Mobilair: fraaie interieurs met mooie muurschilderingen gewijd aan componisten.

Achterhuis aan de Wilderoosstraat. Breedhuis van zes traveeën, twee bouwlagen en mansardedak (leien) met dakkapellen; zelfde materialen, stijl en architect als belendend pand (nummer 108). Licht vooruitspringende eerste travee. Getoogde, vlak omlijste vensters met arduinen muurbanden. Een cordon verbindt de onderdorpels. Kroonlijst op modillons met ertussen liggende panelen van keramiektegels met bloemenmotieven in art-nouveaustijl. 


Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis met bijgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/24981 (geraadpleegd op ).