Het burgerhuis is een enkelhuis met drie en een halve bouwlaag, drie traveeën en afgesnuit dak (pannen, nok loodrecht op de straat) met empiregetinte voorgevel uit de eerste helft van de 19de eeuw, doch vermoedelijk oudere kern. In 1829 werd de oude gevel vervangen door de huidige lijstgevel. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel wordt gemarkeerd door rondboogvormige deurvensters met geprofileerde booglijst op imposten, en een ijzeren leuning op de bel-etage. De begane grond en de derde bouwlaag zijn voorzien van rechthoekige door onderdorpels verbonden vensters. Een rijk versierd hoofdgestel met gelede architraaf, fries met medaillons en kroonlijst op uitgelengde consoles lijnt de gevel af.
Volgens de overlevering leefde hier de schilder Gaspar De Craeyer (Antwerpen 1584 - Gent 1669). Of hij eigenaar dan wel huurder was is vooralsnog niet zeker.
Een prospectie in 1988 wees uit dat de kern teruggaat tot een constructie uit Doornikse steen. Het betreft een meerlagig middeleeuws pand opgetrokken uit Doornikse kalksteen met een constructiemethode (Opus Incertum) en vormentaal eigen aan de 13de eeuw. Binnenwerks meet de constructie, die haaks op de Kammerstraat is gericht, 14,75 bij 6,80 meter, onderverdeeld in drie traveeën door middel van twee trommelzuilen met een eenvoudig geprofileerd kapiteel. Vanuit belendende panden zijn nog sporen van muurwerk in Doornikse kalksteen waargenomen die wijzen op een oorspronkelijke bovengrondse diepte van 31 meter (woning of ommuurde tuin). De muurdikte bedraagt circa 90 centimeter. De huidige keldertoegang aan de westzijde van de voorgevel is grotendeels origineel.
Met uitzondering van de belangrijke restanten van het steen, de gevel, de interne structuur, balkenlagen en schouwen, schouwmantels uit de 19de eeuw heeft het huis geen toonaangevende interieurelementen bewaard.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 2015: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/179087 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis met drie en een halve bouwlaag, drie traveeën en afgesnuit dak (pannen, nok loodrecht op de straat) met empiregetinte voorgevel uit de eerste helft van de 19de eeuw, doch vermoedelijk oudere kern. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel gemarkeerd door rondboogvormige deurvensters met geprofileerde booglijst op imposten, en ijzeren leuning op de bel-etage; rechthoekige door onderdorpels verbonden vensters op de begane grond en derde bouwlaag. Een rijk versierd hoofdgestel met gelede architraaf, fries met medaillons en kroonlijst op uitgelengde consoles lijnt gevel af.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1976: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/25050 (geraadpleegd op ).