Zogenaamd "Kruideniershuis" later "Den Rooden Hoed". Door de nering der kruideniers in 1473 aangekocht. Breedhuis met gevel van Doornikse kalksteen met vijf traveeën, twee bouwlagen en zadeldak (leien) daterend uit de 13de eeuw. Kelderverdieping met rechthoekige muuropeningen en deur, waarvan de tussendorpel gedragen wordt door consoles. Kruiskozijnen met onder- en bovendorpels verbonden tot waterlijsten. Brede verankerde penanten tussen de vensters. Vijf getrapte dakvensters met bolkozijn in Lediaanse steen, daterend uit de 15de eeuw. In de achtergevel bevinden zich twee spitsboogvensters.