Zogenaamd Den gouden sleutel. Trapgevel (9 treden + topstuk) in bak- en zandsteenstijl met vier traveeën, twee bouwlagen en zadeldak (pannen). In de 20ste eeuw heropgebouwd naar oorspronkelijk patroon. Plint van zandsteen, waarvan de bovendorpel rust op consoles. Waterlijsten verbinden de dorpels der kruiskozijnen die omringd zijn door negblokken en overspannen door ontlastingsbogen. Twee bolkozijnen en een rechthoekig venstertje in de geveltop met speklagen. Verminkte begane grond.