Diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen, onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het eerste kwart van de 18de eeuw. Bepleisterde, witgeschilderde en verankerde gevel met in- en uitgezwenkte top bekroond met sterk geprofileerd gebogen fronton waartegen twee naar binnen gekeerde kwartcirkels aanleunen. Gekoppelde rechthoekige bovenvensters bekroond met doorlopende waterlijst. Rechthoekig zoldervenster in geprofileerde omlijsting en bekroond met kroonlijst op vlakke voluutvormige consoles; geveltop voorts versierd met twee spiegels. Zeer storende, gewijzigde begane grond bekleed met geglazuurde tegels.