Eerste vermelding van een hoeve in de eerste helft van de 16de eeuw, in 1607 verkocht aan de Mechelse victorinnen van Blijdenberg die de hoeve, eertijds naar verluidt "'s Molenarengoed" en "Blauwverversgoed", in bezit hadden tot op het einde van het ancien regime.

In 1717 lieten de nonnen in hun lemen hoeve te Bonheiden, achter tegen de stal, een dubbele schouw metsen. Kort daarop werd, op kosten van de pachter, een stenen woonhuis en stal gebouwd. Volgens een oude tekening was het linkse deel van het woonhuis eertijds hoger. Herstellings- en verbeteringswerken in loop van de 18de eeuw, onder andere in 1763 het terug opmetselen van de voorgevel.

Ten opzichte van de straat schuin ingeplant woonstalhuis met parallelle schuur ten noorden op een, aan straatzijde grotendeels omhaagd, aarden erf, verwaarloosde moestuin ten zuiden. Verankerd, deels beschilderd woonstalhuis van acht traveeën en één bouwlaag op een gepikte plint, onder overkragend, mank zadeldak (Vlaamse pannen). Oostelijk woonhuis met betraliede, deels beluikte rechthoekige vensters; onderkelderde eerste travee met opkamervenster. Korfboogdeurtje met imposten en sluitsteen onder omlopende waterlijst. Stalgedeelte met bewaarde "8" van jaarankers. Verhoogde (zie bouwnaden) bakstenen schuur onder afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen) met inspringende zuidoostelijke en zuidwestelijke hoeken, rechthoekige poorten. Naar verluidt werden tijdens de Franse Revolutie in deze schuur geheime missen opgedragen en werden er bijeenkomsten gehouden tijdens de boerenkrijg. Naast de poort ruitvormige gedenksteen van 1848. Vrijstaand bijgebouw ten zuidoosten.