Het burgerhuis, samen met het naastliggende burgerhuis (nummer 7) in 1965 ingericht als ‘Museum van de geschiedenis van de wetenschappen’, is in kern een laat 18de-eeuws volledig onderkelderd herenhuis met binnentuin en achterhuis. Het werd gebouwd na 1780 op grond die tot de openbare verkoping in 1778 toebehoorde aan het klooster van de jezuïeten.
De bepleisterde en geschilderde voorgevel telt vier traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain, onder zadeldak. De verhoogde begane grond met imitatiebanden onder de puilijst heeft verlaagde rechthoekige vensters. Eenvoudige rechthoekige vensters met verdiepte panelen op de borstweringen, op de bovenste verdieping verrijkt met guirlandes en lekdrempels op Lodewijk XVI-consoles ritmeren de bovenverdiepingen. Een gelede architraaf en fries met kleine venstertjes onder de houten kroonlijst lijnen de gevel af. Een rechthoekige deur geeft rechts toegang tot een lange gang die voor- en achterhuis met elkaar verbindt, met trappenhuis ter hoogte van de vroegere binnentuin (heden overluifeld).
Het laat 18de-eeuws interieur bleef behouden in het voor- en achterhuis met overal bepleisterde plafonds met bezette moerbalken en stucschouwen met Lodewijk XVI-motieven. De aankleding van het salon vooraan met grijsgeschilderde lambriseringen en muurconsole op de plaats van de schouw werd mogelijk begin deze eeuw aangebracht. De schouwboezem in de eerste kamer van het achterhuis behield een typisch Lodewijk XVI-motief met centraal paneel met uitgespaarde hoeken en voorstelling van muziekinstrumenten (jachthoorn, fluit, trompet). In de kamer aan de tuinzijde bleef de schouwboezem met portretmedaillon opgehangen aan vergulde strikken zichtbaar onder het valse plafond.
Een mooie houten bordestrap met gesculpteerde trappaal met voluut en ramskop ter hoogde van de binnentuin leidt naar de bovenverdiepingen. Het eveneens volledig onderkelderd achterhuis telt vijf traveeën en twee verdiepingen onder een afzonderlijk zadeldak. De kelderverdieping bevat twee parallelle gedrukte tongewelven onder het voorhuis, een gewelfde gang naar het achterhuis en een breed gedrukt tongewelf onder het achterhuis met oorspronkelijk de keuken met vensters en deur uitziend op de vroegere tuin. Ook op de bovenverdiepingen zijn de 18de-eeuwse plafonds en schouwmantels behouden, nu soms verstopt achter panelen. De kamer op de eerste bovenverdieping beslaat de volledige breedte van de achterbouw met schouw links en ertegenover liggende halfronde nis rechts. Er is behouden stucwerk bij de schouwen van de tweede verdieping met nog de nadruk op de afwerking ervan niettegenstaande het hier minderwaardige ruimten betreft voor de kinderen en/of het personeel.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002030, Huizen Volderstraat en Korte Meer Auteurs: Bogaert, Chris Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)