Diephuis met drie traveeën, drie bouwlagen en zadeldak (pannen). Bepleisterde klokgevel, in de geveltop gedateerd 1759, afgelijnd door geblokte hoekpilasters die bovenaan bekroond zijn met consoles. Rechthoekige vlak omlijste vensters met doorlopende onderdorpels en geprofileerde waterlijst. Rijker uitgewerkte middentravee met spiegelboogvormig deurvenster (thans omgevormd tot venster) voorzien van een kwarthol beloop gevat in een geblokte rechthoekige omlijsting met loofwerk in de zwikken en een gebogen druiplijst. De geveltop met een zoldervenster is bekroond met een driehoekig fronton; voordien was hij versierd met drie siervazen, waarvan slechts de linker bewaard is. Verbouwde begane grond.
Stadsarchief Gent, Oud Archief, reeks 535, bundel 176, nummer 38.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)