Trapgevel (9 treden + topstuk) met vijf traveeën, twee bouwlagen en zadeldak uit de 16de eeuw. Zou volgens sommige auteurs het gildehuis van de tijkwevers geweest zijn. Baksteen met verwerking van zandsteen. Overkragende bovenverdieping op geprofileerde tudorbogen met gegroefde consoles. De gekoppelde rechthoekige vensters, voorheen beluikte kruiskozijnen; de ontlastingsbogen met alternerend zand- en bakstenen, en de waterlijsten zijn nog goed bewaard. Boven de drie gekoppelde zoldervensters zijn twee kleine muuropeningen bijgevoegd en werd het laadvenster dichtgemetseld. Muurankers met kram en krul op de borstwering en in de geveltop. Oude, overwelfde kelder.
STEYAERT J.J. 1857: Volledige beschrijving van Gent, Gent, 108.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)