Zogenaamd "De lelie", eertijds boekweitmolen en van 1785 af bloempelderij. Dubbelhuis van vier traveeën, vier bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (pannen). Oude kern (17de eeuw) zichtbaar in de begane grond: verankerde bak- en zandsteenpui met kruiskozijnen, onder meer twee aangepaste, afgelijnd door een waterlijst. Borstweringen met sculpturale panelen en als centraal motief een lelie in een medaillon (de reliëfs verwijzen naar de vroegere functie van het huts). Bepleisterde bovenbouw met rechthoekige vensters met onversierde borstwering (19de eeuw). De uiterste blinde travee op de bovenste verdieping laten een vroegere topgevel vermoeden. Achterpuntgevel met aandak.
Bijbouw - achter het hoekhuis nummer 24 - uitziend op de Leie, bakstenen gebouw van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (golfplaten). Kruisvensters bewaard op de eerste twee bouwlagen. In de gevel ingebouwde industriële schoorsteen (naar boven licht versmallend, en met ijzeren banden versterkt), afkomstig van een verbouwing tot brouwerij later tot maalderij (eerste helft van de 19de eeuw).
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)