In zijn geheel ontworpen huizenrij van vijf gelijkaardige enkelhuizen van drie traveeën met drie bouwlagen en zadeldak (pannen), nummer 7-11 met mansardedak (leien), uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Aanvankelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevels (nummer 17 gedecapeerd), met arduinen plint en imitatiebanden op de begane grond; horizontale geleding door middel van de doorlopende puilijst, cordon en de kroonlijst op klossen. Rechthoekige vensters in stucomlijsting met oren en versierde sluitsteen, op de bovenverdieping alternerend gemarkeerd met een loggia (nummer 7, 15, 19) en ijzeren balkon (nummer 9-11, 17) op gelijkaardige consoles; bekronende druiplijst boven de balkondeuren.