Gedeelte van het voormalige "Hof van Ravenstein" waarvan kelders bewaard bleven.

Hoekhuis van twee bouwlagen afgedekt door een mansardedak (kunstleien) met twee dakkapellen; door de eigenaar de graaf De La Faille, "heere van Afsenede ende Eecloo" verbouwd in 1726, aangepast in het vierde kwart van de 18de eeuw en in de 20ste eeuw. Aan de voorkant: zeven traveeën brede bepleisterde en verankerde lijstgevel op een hardstenen plint met keldervensters. Bekronend driehoekig fronton op consoles boven de drie middentraveeën, sporen van de sculpturale vulling van het tympanon. Rechthoekige, vlak omlijste vensters met oren. Driezijdig uitspringende, erkervormige middentravee in Lodewijk XVI-stijl op een natuurstenen onderbouw, van 1772. Rondboogvormige inrijpoort met waaier: booglijst rustend op imposten, - aansluitend bij de doorlopende tussendorpel, - en ingeschreven in een rechthoekige, vlakke omlijsting met oren. Gecementeerde achtergevel met zijvleugel voorzien van rechthoekige vensters.

Aan de oostzijde afgebakend door een muur met sporen van een 16de-eeuws portiek?: een arcade van vijf korfbogen op halfzuilen, waarboven een spitsboogfries voorzien van driepassen.

Ernaast de vroegere stallen, op een cartouche in het fronton gedateerd 1726. Acht traveeën brede lijstgevel onder een pseudomansardedak (leien en pannen) met twee dakkapellen. Fraaie gevel geritmeerd door pilasters met voluutkapitelen, waartussen een rondboogarcade met rechthoekige poorten en vensters. Geblokte hoekbanden flankeren de geveluiteinden en het middenrisaliet van twee traveeën bekroond met een driehoekig fronton.

In de noordwesthoek bevindt zich een vlak afgedekte aanbouw op vierkante plattegrond, uit het eerste kwart van de 18de eeuw. De twee uitgewerkte gevels van elk drie traveeën, gescheiden door pilasters met voluutkapitelen, zijn nu verminkt door de garages die er tegen gebouwd werden.