Ruim hoekhuis met drie bouwlagen afgedekt met een afgeknot schilddak (leien), in kern vermoedelijk opklimmend tot 1721 doch met een neoclassicistische voorgevelordonnantie uit de eerste helft van de 19de eeuw. Bepleisterde lijstgevel van twaalf traveeën waarvan een vijf traveeën breed middenrisaliet. Gedeeltelijk gewijzigde begane grond met imitatiebanden en schijnvoegen. Rechthoekige vensters met doorlopende onderdorpels die op de bovenverdieping gevat zijn in een 19de-eeuwse omlijsting; bijkomende kroonlijst op de tweede en uitspringende sleutel op de derde bouwlaag. In het middenrisaliet worden de kroonlijsten boven de vensters gedragen door consoles op pilastertjes. De geaccentueerde middentravee bevat: poort, deurvenster van de bel-etage geflankeerd door composiete pilasters die een gekornist hoofdgestel dragen en tenslotte op de bovenste verdieping versierde penanten. Gekornist hoofdgestel als gevelbeëindiging. Rondboogpoort uit de 18de eeuw in een geblokte zandstenen omlijsting met geprofileerd beloop en neuten afgelijnd door een gebogen kroonlijst met horizontale uiteinden. Verbouwde linker helft op de begane grond.
Zijgevel aan de Posteernestraat, enkel de tweede bouwlaag verschilt in ordonnantie met de voorgevel, namelijk geprofileerde vensteromlijstingen met oren en sluitsteen; borstwering versierd met casementen. De gevel vertoont een knik bij de vierde, vooruitspringende travee.
Stadsarchief Gent, Oud Archief, reeks 535, bundel 212 nummer 16.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)