Zogenaamde "Ryhovesteen" naar de belangrijke Gentse familie de la Kethulle, Heren van Ryhove die het huis bewoonden in de 15de en de 16de eeuw. Historisch belangrijk gebouw als vergaderzaal der Calvinisten en gevangenis door Katholieken tijdens het Calvinistisch bewind van Jan van Hembyze en Frans van Ryhove (1577-1584). Oorspronkelijk steen uit de 13de eeuw, zogenaamd "Braemsteen" opgetrokken uit Doornikse kalksteen, aangepast en uitgebreid in de 16de eeuw, verder gewijzigd in de 18de tot 19de eeuw; beter, minder verbouwde achtergevel met beter bewaard 13de-eeuws uitzicht. Heden in zeer vervallen staat.
Voorgevel met trapgevel (10 treden + topstuk) van vier traveeën met twee bouwlagen onder zadeldak (pannen), opgetrokken uit Doornikse steen met recentere verankerde bakstenen geveltop. Gewijzigde - verlaagde - rechthoekige vensters met gecementeerde negblokken op de verhoogde begane grond, kruiskozijnen met balusters op de borstwering (16de eeuw); onderling verbonden tussendorpels op consooltjes op de bovenverdieping; bolkozijnen in de onderaan door waterlijst afgelijnde geveltop. Steekboogvormig kelderluik. Eigenlijke ingang in de zijgevel, heden toegankelijk langs een poort behorende tot huis nummer 20, begin 19de eeuw samen met nummer 12-14 gebouwd op grondstuk van de tuin van het Ryhovesteen.
Achterin gelegen binnenplaats met behouden, doch sterk verbouwde en verwaarloosde bijgebouwen en stallen uit de 16de eeuw (?) onder hoog zadeldak (pannen), heden omgebouwd tot garages.
Zichtbare achtergevel, volledig opgetrokken uit Doornikse steen, met trapgevel (7 treden + topstuk) met zadeldakjes, uit de 13de eeuw. Vermoedelijk oorspronkelijk twee bouwlagen en vier traveeën met duidelijke sporen van gewijzigde vensters en behouden gekoppelde, sterk verweerde kruiskozijnen op de verhoogde begane grond. Recente bijbouw. Sporen van een kruiskozijn en vermoedelijke deur in linker travee.
Links heden gedeeltelijk boven de toegang gelegen, bakstenen bijbouw met trapgevel (7 treden, ontbrekend topstuk en opgevulde linkerkant) onder zadeldak (pannen), in kern opklimmend tot de 16de eeuw. Vernieuwde vensters met sporen van zandstenen hoekblokken, op de begane grond in twee gedeeld door een hoge muur.
Links aanleunend bij de voorgevel (Onderstraat), diephuis met trapgevel (7 treden + topstuk) van drie traveeën met één bouwlaag en kelderverdieping, opklimmend tot de 16de eeuw. Baksteenbouw boven zandstenen onderbouw. Naar onderen toe vergrote hoge vensters met gecementeerde negblokken, afgelijnd met waterlijsten en overspannen met boog van strekse baksteen met aanzet- en sluitsteen in zandsteen, 18de-eeuwse houten kozijnen met rocaille op middenstijl. Lage deur en bolkozijnen onder gelijkaardige ontlastingsboog op de kelderverdieping. Horizontaal gelijnde geveltop met waterlijsten ter hoogte van de derde en vijfde trap met bolkozijnen, zolderluik en steigergat.
Stadsarchief Gent, Atlas Goetghebuer, D.57/F.102.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)