Aanvankelijk één breedhuis van zeven traveeën met drie bouwlagen onder schilddak (pannen) uit de tweede helft van de 19de eeuw - naderhand in twee panden verdeeld van respectievelijk drie en vier traveeën. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, horizontaal gelijnd door puilijst en cordons; markerend middenrisaliet van drie traveeën verrijkt met imitatiebanden en rijk versierde bovenvensters met bekronende druiplijst op consoles; ingeschreven versierde spiegels en balusters op de borstwering. Licht getoogde vensters in stucomlijsting met oren en verdiepte borstwering. Gevelbekroning door middel van uitgewerkt hoofdgestel. Nummer 38-42 met gewijzigde begane grond.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)