Diephuis van vier traveeën met drie bouwlagen onder schilddak (pannen ?) opklimmend tot de 18de eeuw en aangepast in de loop van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel boven arduinen plint met kelderluik, horizontaal gelijnd door puilijst en cordonbanden en voorts geritmeerd door rechthoekige vensters gevat in horizontaal en verticaal doorlopende platte banden met verdiepte borstweringen en penanten, eerst genoemde op de bovenste verdieping verrijkt met spiegels. Rechthoekige deur gevat in geprofileerde en geblokte omlijsting van arduin met neuten, een sluitsteen in vorm van een saterkop, bekronende fries met acanthusbladen en gekorniste druiplijst. Deur en aanleunende travee samen bekroond met kroonlijst op consoles (mogelijk voorheen voorzien van balkon). Uitgewerkt hoofdgestel met architraaf, fries met casementen en kroonlijst op modillons en consoles als gevelbekroning.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)