is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Classicistisch burgerhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Classicistisch burgerhuis
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Classicistisch burgerhuis: achterhuis
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Patershol en omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Lodewijk XVI-burgerhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Mooi Lodewijk XVI-enkelhuis van drie bouwlagen en vier traveeën met schilddak (? pannen) volgens archiefstukken gedateerd 1785. Bepleisterde en geschilderde lijstgevel met rechthoekige deur en vensters met geprofileerde omlijsting; op de tweede bouwlaag voorzien van oren en dropmotief; eenvoudige rechthoekige vensters op de bovenste verdieping met lekdrempels op typische Lodewijk XVI-consoles. Versierde borstwering met onversierde panelen op de tweede bouwlaag en panelen met krans en guirlandes op de bovenste verdieping. Gevelbekroning door middel van een eenvoudig hoofdgestel met kroonlijst op paarsgewijs geplaatste klossen.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bij het burgerhuis hoort een achterhuis, dat als één geheel werd geconcipieerd met het voorhuis van 1785, verbonden door een gang met trappenhuis uit dezelfde bouwfase. Het achterhuis bestaat uit een onderkelderd bakstenen volume met twee bouwlagen en twee traveeën onder een laag hellend zadeldak. Van de westgevel, die uitzag op de nu gedempte Plotersgracht, is een plan bewaard in de bouwaanvraag in het Gentse stadsarchief. Het interieur is opgedeeld in twee kamers met behouden 18de-eeuws voorkomen en stucwerk. De gang tussen het voor- en achterhuis volgt de noordelijke perceelsgrens en is opgevat als een bakstenen constructie van twee traveeën met twee bouwlagen onder zadeldak. Het interieur behoudt een trap in classicistische stijl met gedecoreerde trappaal.