Neoclassicistisch getint rijhuis van acht traveeën, vier en halve bouwlaag met een zadeldak, daterend van 1838. Bepleisterde en geschilderde lijstgevel op een hardstenen plint. Rechthoekige vensters en deuren in geprofileerde omlijstingen. Centrale deurtravee geaccentueerd door een deurvenster bekroond met een kroonlijst op consoles en voorzien van een balkon op consoles met gietijzeren leuning. Rechthoekige deur en poort met fraai houtwerk waarop gesculpteerde hondenkoppen. Klassieke 19de-eeuwse gevelbeëindiging met op het fries afwisselend panelen, al of niet versierd, en de vensters van de halve-verdieping.
Mobilair: mooie stucversiering op muren en plafonds.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)