Neoclassicistisch gevelscherm van negentien traveeën en drie en een halve bouwlagen van 1837. Bepleisterde lijstgevels en hardstenen plint, gemarkeerd door de doorlopende dorpels en het hoofdgestel die de basisindeling aangeven. Licht vooruitspringend middenrisaliet van zeven traveeën geaccentueerd door een driehoekig fronton boven de vensters van de bel-etage, geflankeerd door twee zijpartijen van zes traveeën die elk, met de drie uiterste traveeën vooruitspringen en voorzien zijn van een kroonlijst boven de vensters van de bel-etage. Rondboogarcade op de begane grond, die vensters en deuren bevatten, in het middenrisaliet versierd met imitatiebanden, bij de laatste vier traveeën vervangen door rechthoekige muuropeningen met art nouveau-inslag. Rechthoekige bovenvensters met geprofileerde omlijstingen. Gevelbekroning door middel van een attiekverdieping.