Breedhuis met twee bouwlagen van zeven traveeën onder mansardedak (leien), volgens archiefstukken daterend van 1778, doch met toegevoegde centrale deur en driehoekig fronton met oeil-de-boeuf boven de vier middentraveeën. Horizontaal belijnde gevel door arduinen cordons en gekornist hoofdgestel met rocailleconsoles in de middentravee. Eenvoudige rechthoekige vensters. Links, oorspronkelijke korfboogvormige poort, ingeschreven in een rechthoekige geprofileerde omlijsting op hoge neuten met gegroefde sluitsteen en bladguirlandes onder een bekronend balkon op consoles. Achtergevel van zes traveeën met bredere, uitspringende rechter travee met arduinen korfboogvormige poortomlijsting. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met oren op de begane grond; verdiepte panelen op de borstwering. Gevelbekroning met kroonlijst en bekronend driehoekig fronton op rocailleconsoles in de middentravee; drielobbige oculus in rocailles als verfraaiing.