Breedhuis van vijf traveeën, twee bouwlagen en zadeldak (mechanische pannen), op gevelsteen gedateerd 1675. De eerste drie traveeën lopen uit in een trapgevel (9 treden + topstuk), de laatste twee traveeën werden in traditionele stijl bijgebouwd in de 20ste eeuw. Verankerde bak- en zandsteenbouw. Kruiskozijnen met twee gekoppelde ontlastingsbogen. Twee bolkozijnen en rechthoekig venster, waarvan de bovendorpel rust op consoles, in de geveltop. Volledig verbouwde begane grond verbindt de trapgevel met het belendende pand.
Achterpuntgevel met muurvlechtingen. Baksteenbouw van drie traveeën. Gebruik van zandsteen voor de hoekblokken rondom de rechthoekige vensters.
Ernaast bepleisterde klokgevel van vier traveeën, twee bouwlagen met zadeldak (pannen), vermoedelijk daterend uit de 18de eeuw, aangepast in het derde kwart van de 19de eeuw: voornamelijk in de vensteromlijstingen op imposten en de neoclassicistische sluitstenen. Twee ruiten met de attributen van het brouwersambt flankeren het zoldervenster. Bekronend driehoekig fronton. Rechthoekige poortomlijsting in laatclassicistische stijl met kroonlijst op consoles.
18de-eeuwse achterpuntgevel (voormalige trapgevel) van oorspronkelijk vier, heden drie traveeën. Vlak omlijste rechthoekige vensters met Franse steen, afgelijnd met kroonlijst. Topoculus.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)