Stenen bruggenhoofden van de voormalige Netebrug, van 1933. Een eerste vermelding over het bestaan van een Netebrug zou opklimmen tot de 13de eeuw; deze brug lag in het verlengde van de huidige Handelsstraat en vormde de enige verbinding tussen Duffel-Oost en Duffel-West; ze had in de loop van de geschiedenis echter herhaaldelijk te lijden van oorlogsgeweld en werd bijgevolg meermaals herbouwd, onder meer in 1652; toen bestond ze uit een vast en een draaiend gedeelte met ijzeren leuning; 's nachts werd ze afgesloten door twee zware poorten.

Wegens het dure onderhoud werd de brug in 1829-1830 door de gemeente aan het provinciebestuur overgedragen; een nieuwe houten brug werd gebouwd in 1861; tol werd geheven tot 1870. Vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914) en vervangen door een voorlopige houten brug tot in 1933; toen bouwde het provinciebestuur een metalen ophaalbrug, 120 meter verder stroomafwaarts, naar ontwerp van J. Melotte, J. Millecam en J. Chanteux; werken uitgevoerd door aannemer F. Frankowski en Co (zie gedenkplaat zijde Gemeentestraat). Ook het wegennet werd aangepast met de aanleg van nieuwe wegen, onder meer aan de voorzijde van het gemeentehuis op de rechter oever en een verbinding tussen de Handelsstraat en de nieuwe brug. Brug opgeblazen tijdens de Tweede Wereldoorlog, nadien vervangen door een houten noodbrug en in 1951 door de huidige betonnen brug, ongeveer 50 meter verder stroomafwaarts (zie Onze-Lieve-Vrouwlaan).

De bewaarde bruggenhoofden maakten deel uit van de metalen hefbrug van 1933: natuurstenen pijlers met onder meer bossage van arduin.