Huizenrij van acht gelijkaardige enkelhuizen van één travee met drie bouwlagen en verhoogde begane grond, onder zadeldaken (nok evenwijdig aan de straat, pannen); uit eind 19de eeuw.
Oorspronkelijk bepleisterde en geschilderde gevels (nummer 21-25) naderhand gecementeerd (nummer 33), gedecapeerd (nummers 13, 15, 17, 19, 27) of voorzien van een nieuw bakstenen gevelparement (nummers 29, 31).
Geritmeerde straatwand van alternerend lijstgevels met kroonlijst op uitgelengde consoles en topgevels in een sobere neo-Vlaamse-renaissance-stijl (nummers 17, 27, 33); identieke gevelordonnantie met rondboogvormige benedenvensters en deur. Centraal rechthoekig bovenvenster met bekronende druiplijst geflankeerd door smallere en lagere rechthoekige vensters verbonden door onderdorpels; licht getoogde vensters op de bovenste verdieping.
Aansluitend nummer 33. Gelijkaardige, doch rijker versierde gevel met halfcirkelvormige topgevel met bekronend topstuk; vensters in geprofileerde omlijsting met onversierde en art-deco-getinte panelen op de borstwering.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)