Breedhuis met laatgotische inslag, van drie traveeën en twee bouwlagen afgedekt met zadeldak (leien) met vorstkam en twee zijtrapgevels, gedateerd 1518 op geveltop van getrapt dakvenster. Verankerde lijstgevel met kalkzandstenen parement, hoogst waarschijnlijk reconstructie met nieuw bouwmateriaal van circa 1900. Overkragende bovenverdieping op vijf tudorbogen op geprofileerde consoles; rechthoekige bovenvensters met stenen kruiskozijnen, glas in lood, een grote ontlastingsboog per travee boven doorlopende waterlijst. Getrapt dakvenster boven middentravee; daklijst met breed ojief profiel rechts, uitlopend van rechts naar links tot smal lijstje vermoedelijk als correctie van de gevellijn. Gewijzigde gevelindeling op begane grond. Rechter zijgevel, verankerde bakstenen trapgevel met twee bolkozijnen en een klein rechthoekig venster als zoldervensters. Sporen van de vroegere achtergevel: puntgevel met een bewaard schouderstuk van zandsteen.
Twee achteraanbouwen met zadeldak (nok loodrecht op de straat, kunstleien); eerste aanbouw met rechts deels houten dakkapel met windborden; tweede aanbouw met geveltop, links met muurvlechtingen, rechts getrapt (9 treden + topstuk). Gecementeerde en haast blinde linker zijgevel.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)