Classicistisch herenhuis waar Jan-Frans Willems op 24 juni 1846 overleed. Breedhuis met dubbelhuisopstand van elf traveeën en drie bouwlagen, afgedekt met schilddak (leien voor middenste deur, Vlaamse pannen voor zijgedeelten); volgens archiefstukken oorspronkelijk twee woningen welke door F. Beyts in 1791 samengevoegd werden tot één huis en voorzien werd van een nieuwe gevel naar ontwerp van J.F. Colin. Drie rechtertraveeën en zijgevel in de Baaisteeg volgens archiefstukken aanvankelijk een afzonderlijke woning eigendom van T. Danneels, schoonvader van F. Beyts, die in 1783 de voorgevel liet wijzigen en een deur liet steken in de zijgevel.

Heden drie woningen, twee van enkelhuis- en een van dubbelhuistype. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met middenrisaliet van vijf traveeën op begane grond voorzien van imitatiebanden. Doorlopende, gekorniste puilijst lijnt deze benedenverdieping af. Rechthoekige vensters in platte bandomlijsting. Middentravee gemarkeerd door rechthoekige deur met uitgespaarde bovenhoeken, ingeschreven in rechthoekige hardstenen omlijsting met neuten en afgedekt met rechte kroonlijst; op consoles versierd met rozet en bladwerk; bekronende smeedijzeren leuning waarvan de grillige asymmetrische motieven herinneren aan het rococo. Hoofdgestel met gelede architraaf, onversierde fries en gekorniste kroonlijst op klossen.

Rechter zijgevel: onderkelderde, verankerde en gecementerde lijstgevel van vier traveeën en twee bouwlagen uit 18de eeuw; rechthoekige deur volgens archiefstukken uit 1783: ingeschreven in Lodewijk XVI-omlijsting bestaande uit vlakke pilasters met uitgerokken consoles en bekronende druiplijst boven een met festoenen uitgewerkte spiegel.

Linker zijgevel: bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel van twee traveeën met enkelhuisopstand uit vierde kwart 18de eeuw.