Bepleisterde en witgeschilderde gevel van veertien traveeën en twee en een halve bouwlaag, met zadeldak (Vlaamse pannen), uit de eerste helft van de 19de eeuw. Twee dubbelhuizen (nummers 13 en 15) van drie traveeën en twee enkelhuizen van vier traveeën (nummers 31 en 33). Begane grond met imitatiebanden afgelijnd door smalle puilijst; rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijstingen met doorgetrokken onderdorpels. Gelede architraaf, fries met kleine rechthoekige vensters en kroonlijst op klossen. Rechthoekige poort van nummer 31 geeft toegang tot bebouwd binnenplaatsje. Deurtravee van nummer 33 begrensd door kolossale pilasters en deur zelf ingeschreven in een rechthoekige hardstenen omlijsting met pilastervormige rechtstanden, afgedekt met hoofdgestel; nummer 33 met verdiepte borstweringen tussen postamenten.