Diephuis met vier traveeën, twee bouwlagen en zadeldak (Vlaamse pannen), volgens de gevelsteen daterend van 1687. Verankerde bakstenen trapgevel (9 trappen + topstuk) verwerkt met zandsteen, voor de banden boven de bovendorpels en voor de hoekstenen, en hardsteen voor de plint. Rechthoekige vensters met onderbroken rollaag boven de bovendorpels (ontlastingssysteem); de hoekblokken van de vensterstijlen wijzen op de vroegere kruiskozijnen. De borstwering wordt versierd met panelen in natuursteen. Naast de zoldervensters twee verweerde cartouches bekronende gedichte oculus gevat tussen afgevlakte voluten.