Leen, ook het ambt van meier en prater omvattend, afhankelijk van de Sint-Pietersabdij. Reeds vermeld in leenverhef van 1439. In 1622 "hofstede ghenaempt den hooghen vent".
Heden brede boerenwoning met ten zuiden ervan schuur en ernaast kleinere dienstgebouwen. Aan de achterzijde uitziend op Velvaertslag en afgebakend door gracht met haag en knotwilgen.
Breedhuis van twee en vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen), gevel daterend van 1828 (zie jaartal op schouwbalk in woonkamer). Licht glooiend terrein waardoor kelderverdieping onder twee linker traveeën. Bakstenen gevel afgelijnd door verankerd en bepleisterd entablement. Licht getoogde vensters met luiken. In rechter zijgevel ouder venster met beluikt houten kozijnraam.
Aan de zuidwestelijke hoek van de dwarsschuur aangebouwde achthoekige manegemolen, uit eind 19de eeuw. Open gebouwtje onder tentdak met oude gebint afgedekt met roofing en ijzerplaten, rustend op ijzeren pijlers, nu wagenhuis.
Ten noorden, dienstgebouw met horizontale planken beschieting van top.
- CASSIMAN P.,De Meyerye en praterye" te Baarle, Dronghine, s.d. p. 11.