Woning van de voormalige bloemisterij Hellebuyck, gelegen in een park. In 1837 kocht Louis Hellebuyck dit goed aan waarop zich een hofstede bevond, om er een bloemisterij te installeren. In 1853 verving hij het oude boerenwoning door een dubbelhuis met rechthoekige plattegrond, een typisch blokvormig bloemistenhuis. Na de dood van Louis Hellebuyck (1871) werd het bedrijf tijdelijk verdergezet door de familie, in 1884 gestopt en verkocht. In 1890 omgevormd tot lusttuin met de aanleg van een vijver achter het huis, aanplanting van bomen, bouw van een terras met toegangstrap aan de zuidkant (voorgevel). Belangrijke uitbreidings- en aanpassingswerken circa 1912, onder meer erker op terras aan zuidkant, traptoren aan oostkant, bijkeuken en veranda aan de noordkant (achterzijde). Huidig uitzicht van voornamelijk neoclassicistisch landhuis in hoofdzaak door linkergevel verbouwingen bepaald, evenals de meubilering van het interieur.
Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen, onder mansardedak (leien), dat naar verluidt een tentdak vervangt. Nok voorzien van ijzeren sierhek met windwijzer. Terras en dubbele steektrap voorzien van gesmede ijzeren leuningen met hartmotief (1890). Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met horizontale banden voor de benedenverdieping. Vijfzijdige erker voor twee rechter venstertraveeën afgelijnd door kroonlijst met klossen en bekronend gesmeed ijzeren hek. Rechthoekige muuropeningen. Bovenvensters in geprofileerde omlijstingen verrijkt met stucsluitsteen; doorlopende arduinen lekdrempels. Vleugeldeur en bovenlicht met gesmeed ijzeren traliewerk met neo-Lodewijk XVI-inslag. Eenvoudig omlopend hoofdgestel. Drie dakkapellen met rolluikkasten, middelste met driehoekig fronton, en twee oeils-de-boeuf. Polygonale traptoren uitgebouwd halverwege de rechterzijgevel bekroond door een ingesnoerde peerspits met kapelletjes. Aanbouwsel van één verdieping met getraliede vensters. Veranda voorzien van rechte steektrap met gesmede ijzeren leuningen.
Mobilair: drie salons en trappenhuis uitgevoerd in een mengstijl van neo-Vlaamserenaissance-, neo-Lodewijk XVI- en art-nouveaustijl.
- Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, mutatieschetsen Gent, afdeling XXI (Gentbrugge), 1890/9 en 1912/11.