Gesitueerd in een tuin aan de oostkant van Meersemdries op een gedeelte van het voormalig goed Claeys Adrianus (zie Meersemdries nummer 3). Volgens kadastergegevens had het oorspronkelijk kasteeltje van 1881 een vierkante plattegrond met een uitbouw op de zuid-westhoek en de zuid-oosthoek. Aanzienlijk vergroot in 1896 aan de oostelijke en westelijke kant terwijl de uitbouw op de zuid-westhoek uitgebreid werd tot de huidige uitspringende vierkante watertoren op de rechterhoek der voorgevel. De voorgevelzijde werd (westen) tevens voorzien van een gemetst terras met ijzeren leuning en open houten galerij ter breedte van de toren. Laatste wijzigingen dateren van 1921: terras links verlengd tot over de hele zijgevelbreedte met toevoeging van een gemetste galerij; houten galerij van de voorgevel vervangen door een gelijkaardige gemetste; tezelfdertijd aanbouw van een vijfzijdige erker tegen de achtergevel.

Onderkelderd dubbelhuis van twee bouwlagen, drie traveeën breed en vier diep, onder tentdak (leien). Pittoreske bak- en natuursteenbouw met eclectische inslag voornamelijk resulterend uit de verbouwingen van 1896. Hoge arduinen sokkel en arduinen kordons. Natuurstenen platte banden, hoekkettingen, vensteromlijstingen, boogveldvullingen en gevelornamenten. Rechthoekige muuropeningen. Bovenvensters onder korfbogen met gesculpteerde cartouches in de boogvelden. Houten kroonlijst met klossen op geprofileerde natuurstenen consoles. Dakkapel met zadelkapje boven de deurtravee.

Vierkante watertoren van drie bouwlagen met afgeschuinde hoeken en plat dak. Smalle tweelichten voorzien van tussenstijl met wortelmotief. Eindigend op overkragende kantelenrij. Galerij van drie korfbogen op zuilen, brede steektrap (8 treden); plat dak met balustrade. Klein hoekterras overdekt met plat dak op gelijkaardige zuilen en afgewerkt met houten kroonlijst op klossen. Linkerzijgevel met rechts polygonale erker en links galerij van drie bogen met toegangstrap tot terras onder plat dak met houten kroonlijst met tandlijst en klossen. Twee dakkapellen met zadelkapjes. Tegen de rechterzijgevel: lage aanbouwsels met plat dak afgelijnd door kantelenrij.